Skip links

Financiering van wereldwijde overleving

Door Mia Amor Mottley en Svenja Schulze

BRIDGETOWN/BERLIJN – We moeten een ongemakkelijke waarheid onder ogen zien en ernaar handelen. De impact van menselijke activiteiten op de geologie en de ecosystemen van de aarde bedreigt de fundamenten van het leven op onze planeet en tientallen jaren vooruitgang in de menselijke ontwikkeling. Wij handelen in strijd met de doelstellingen van de VN 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling – een toekomst die iedereen een fatsoenlijk leven garandeert. Onze overleving en blijvende welvaart vereisen structurele verandering en onmiddellijke actie.

Wetenschappers waarschuwen dat het overschrijden van de planetaire grenzen omslagpunten zal veroorzaken, die leiden tot onomkeerbare schade en een catastrofale achteruitgang van natuurlijke systemen. Instortende visbestanden, smeltende permafrost, toenemende antimicrobiële resistentie en het verlies van tropische regenwouden zijn slechts enkele voorbeelden van trends die het fundament van de ontwikkeling ondermijnen. Terwijl grootschalige, acute rampen meestal de meeste aandacht trekken, is de voortdurende uitputting van waardevolle natuurlijke hulpbronnen (zoals watervoerende lagen, lucht en bodem) geen nieuwsfeit, maar een chronische last geworden voor de armste gemeenschappen ter wereld.

Deze mondiale uitdagingen verdiepen ook de economische ongelijkheid tussen en binnen landen en verergeren de sociale uitsluiting. Dit druist niet alleen in tegen het beginsel van de agenda voor duurzame ontwikkeling dat niemand achter mag blijven; het belemmert ook de armoedebestrijding die voortvloeit uit inclusieve economische groei, ondermijnt het sociale contract in zowel rijke als arme landen en vormt een bedreiging voor de mondiale veiligheid.

Geen enkel land kan deze grensoverschrijdende problemen alleen aanpakken. Bovendien hangen ze steeds meer samen met andere risico’s, zoals massale verstoringen van de toeleveringsketen. Al deze problemen komen voort uit een economisch systeem dat kwetsbaarder is gebleken dan velen dachten. Terwijl goed functionerende systemen in staat zijn risico’s te beheersen en te absorberen, doet ons huidige systeem het tegenovergestelde.

De wereld heeft behoefte aan een mondiaal systeem dat veiligheid biedt, duurzaamheid bevordert en schokken opvangt. Om dat te bereiken zou de internationale gemeenschap dit jaar kunnen beginnen met een aantal praktische veranderingen, te beginnen bij de voorjaarsbijeenkomsten van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank.

Ten eerste moeten we, als onderdeel van de “evolutie” van de Wereldbank ( waartoe de aandeelhouders in oktober 2022 hebben opgeroepen ), haar missie moderniseren door duurzaamheid en veerkracht tot institutionele kerndoelen te verheffen en haar analyses en activiteiten te versterken om nieuwe grensoverschrijdende uitdagingen aan te pakken.

We weten dat elke $1 die vandaag in duurzaamheid en veerkracht wordt geïnvesteerd, later $4-7 aan besparingen oplevert. Maar om een nieuw paradigma van veerkracht en duurzaamheid in te luiden, moeten we deze beginselen opnemen in operationele, kredietverlenings- en schuldhoudingsmodellen met passende stimulansen en boekhoudkundige normen. Veel hervormingen en investeringen kunnen positieve grensoverschrijdende overloopeffecten hebben. Maar we zullen nieuwe en sterkere stimulansen nodig hebben – zowel analytische als financiële – om nationale investeringen in mondiale collectieve goederen te bevorderen en landen te steunen bij hun inspanningen voor instandhouding.

We moeten ook alle mogelijkheden onderzoeken om de financieringscapaciteit van multilaterale ontwikkelingsbanken te vergroten. Het komt er hier op aan het bestaande kapitaal te benutten en tegelijk de AAA-rating en de anticyclische kredietverleningscapaciteit van deze instellingen te behouden. Zoals uit de G20-evaluatie van de kapitaaltoereikendheid is gebleken, kunnen MDB’s hun risicobereidheid vergroten en het financieringsvolume verhogen door hun minimale vermogensratio’s te verlagen. Evenzo verwelkomen wij voorstellen voor de uitgifte van hybride kapitaal zonder stemrecht om de kredietverlening tegen nog lagere concessionele tarieven te stimuleren – te verstrekken door een “coalitie van bereidwilligen” of door verkoop aan particuliere investeerders.

We moeten ook onderzoeken hoe we speciale trekkingsrechten (SDR’s, de reserves van het IMF) opnieuw kunnen kanaliseren om de kapitaalvoorraad van internationale financiële instellingen te vergroten. Het nieuwe “Resilience and Sustainability Trust” van het IMF is hierop gebaseerd en vormt een veelbelovende eerste stap om de doeltreffendheid van de SDR-toewijzingen te maximaliseren. Maar gezien de uitdagingen is de omvang van de trust momenteel te klein. Wij roepen MDB’s en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering ook op om aanvullende opties voor te stellen – zoals de Afrikaanse en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank reeds hebben gedaan. Hoe dan ook, de MDB’s moeten veel meer doen om hun balansen als hefboom te gebruiken.

Los daarvan moeten de MDB’s hun balansen ook gebruiken om particuliere investeringen in de overgang naar koolstofarme energie, vervoer en landbouw in de hele ontwikkelingswereld te katalyseren. Zonder inspanningen om de kapitaalkosten van deze investeringen op voldoende grote schaal te verlagen, zal de opwarming van de aarde meer dan 1,5° Celsius bedragen, met alle gevolgen van dien.

Ten slotte dringen wij er bij alle kredietverstrekkers en kredietnemers – met inbegrip van de ontwikkelingsbanken en particuliere kredietverleners – op aan om in financieringsinstrumenten clausules inzake natuurrampen en pandemieën op te nemen of te aanvaarden. Deze bepalingen zijn netto waarde-neutraal en bieden landen waardevolle steun door hen in staat te stellen voldoende liquiditeit te garanderen wanneer zij die het hardst nodig hebben.

De wetenschappelijke consensus over klimaatverandering en biodiversiteitsverlies is overweldigend. Maar we moeten dit inzicht dringend vertalen in een nieuw economisch paradigma bij de internationale financiële instellingen. Op de voorjaarsbijeenkomst van dit jaar moeten de Wereldbank en haar aandeelhouders erkennen dat de levering van mondiale collectieve goederen essentieel is voor de strijd tegen armoede in het algemeen. In het licht van een existentiële klimaatcrisis is duurzaamheid en veerkracht de enige weg vooruit. We moeten onze instellingen dienovereenkomstig moderniseren.

Mia Amor Mottley is premier van Barbados en gouverneur van de Wereldbank. Svenja Schulze is minister van Economische Samenwerking en Ontwikkeling van Duitsland en gouverneur van de Wereldbank.

Dit artikel ”Financing Global Survival” verscheen eerder op Project Syndicate.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
WhatsApp

Dit vind je misschien ook leuk:

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
WhatsApp

Laat je email achter en ontvang tips & advies!

E-mailadres:

Ontvang tips & advies!

E-mailadres: